De rechtbank acht bewezen dat de verdachte onder valse voorwendselen de woning van het slachtoffer is binnengedrongen en haar op gewelddadige wijze heeft verkracht. Het slachtoffer heeft tijdens de zitting gebruikgemaakt van het spreekrecht en op indringende wijze verteld welke impact het voorval op haar heeft gehad.
De verdachte heeft geen enkel berouw getoond en ook niet enig gevoel voor empathie. Hij heeft geweigerd mee te werken aan psychologisch onderzoek en is niet gemotiveerd voor hulpverlening. Verder heeft de verdachte het strafbare feit gepleegd in de proeftijd van een voorwaardelijke invrijheidsstelling van een eerder opgelegde langdurige celstraf. Door deze strafverhogende factoren komt de celstraf in deze zaak beduidend hoger uit dan de landelijke oriëntatiepunten aangeven.
Omdat de verdachte het strafbare feit heeft gepleegd in de hiervoor genoemde proeftijd, moet hij ook alsnog 260 dagen celstraf uitzitten. Verder moet de verdachte de door het slachtoffer gevorderde schadevergoeding van 5.455 euro betalen.