De aangifte van het slachtoffer over de overval wordt ondersteund door camerabeelden. Uit die beelden blijkt nergens van een bedoeling om een zakelijk conflict uit te praten. Het slachtoffer werd direct door overvallers met handschoenen en gezichtsbedekkende kleding overmeesterd. Daarnaast is de hele woning doorzocht waarbij de overvallers meerdere keren vroegen naar ‘de kluis’. Ook dat past bij de bevindingen uit het onderzoek, er was namelijk een kluis waarin de omzet van een feest die avond werd afgestort. Daarmee is er ook een duidelijk motief voor de overval. De kluis bevond zich echter niet in het chalet van het slachtoffer.
De rechtbank vindt de verklaring over het alibi van de Bosschenaar niet geloofwaardig. Verklaringen over een alternatief scenario stroken niet met de bewijsmiddelen in deze zaak. De rechtbank houdt hem net als de man uit Den Haag verantwoordelijk voor de gewelddadige roofoverval.
De man uit Tilburg is vrijgesproken, omdat de rechtbank niet wettig en overtuigend bewezen vindt dat hij bij de overval betrokken was. Een geringe hoeveelheid dna op het shirt van het slachtoffer is weliswaar afkomstig van de man uit Tilburg. Er past volgens de rechtbank echter de nodige voorzichtigheid om te concluderen dat het een daderspoor is. Daarbij weegt mee dat er naast de aangetroffen dna-sporen van de 3 mannen ook dna van onbekend gebleven derden is gevonden. Ook speelt daarbij voor de rechtbank onder meer een rol dat het signalement van deze derde man niet past in het door het slachtoffer gegeven signalement en dat hij later op een foto niet is herkend.