In de nacht van 28 december 2014 zag een man dat iemand zijn auto, die voor zijn woning in ’s-Hertogenbosch stond geparkeerd, met benzine aan het overgieten was en vervolgens in brand stak. Hij gaf enkele kennissen die bij hem op visite waren de opdracht om de brandstichter te pakken. Nadat zij de verdachte inderdaad met geweld hadden aangehouden, filmde de eigenaar van de auto met zijn mobiele telefoon een bekentenis. Volgens de rechtbank is er voldoende bewijs dat de verdachte en een andere betrokkene de brandstichting hebben gepleegd.
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank meegewogen dat hij ’s nachts, midden in een woonwijk een auto tussen andere auto’s in brand heeft gestoken, met alle gevaren van dien. Brandstichting veroorzaakt gevoelens van onrust, angst en onveiligheid bij de direct betrokkenen en in de plaatselijke gemeenschap. Daarnaast weegt mee dat hij vanaf 2013 met enige regelmaat voor onder meer geweldsdelicten is veroordeeld. De hierbij opgelegde straffen hebben hem er niet van weerhouden opnieuw de fout in te gaan. Sterker nog, hij heeft de brandstichting gepleegd tijdens de proeftijd van een voorwaardelijke veroordeling. Anderzijds weegt mee dat de verdachte bij zijn aanhouding door anderen is geschopt en geslagen.
De rechtbank oordeelt dat de man ook een eerder opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf van 3 maanden moet uitzitten.