Volgens de officier van justitie wilde de verdachte spullen weghalen uit beide woningen. De verdachte verklaart dat hij een schuilplaats zocht tegen de regen en een plek om uit te rusten. Hij is dakloos. Volgens de verdachte ging hij daarom de eerste woning binnen; hij zou dit niet hebben gedaan om spullen te stelen. De diefstal van de laptop in de tweede woning bekent hij. Hij verklaarde inmiddels honger te hebben gekregen, de laptop van buiten te hebben zien liggen en zou toen hebben bedacht in te breken.
De rechtbank vindt dit verhaal niet ongeloofwaardig, omdat uit camerabeelden blijkt dat hij zich aan het begin van de nacht verderop in de straat zo'n 40 minuten bij (weer) een andere voordeur ophield. Hij trok en duwde daar meerdere keren aan de deur, riep door de brievenbus en belde aan. Ook hier wilde de verdachte volgens eigen zeggen schuilen. Dit verwarde en luidruchtige gedrag past niet bij een plan om in te breken.