De rechtbank acht bewezen dat de man zich schuldig heeft gemaakt aan wapenbezit en bedreiging met zware mishandeling. Niet bewezen acht de rechtbank bedreiging met terroristisch oogmerk. Zo is in de getuigenverklaringen onvoldoende bewijs gevonden dat de verdachte op straat kreten riep als “Iedereen moet gaan slapen” en “Allah”. Dit werd hem wel ten laste gelegd. Daarnaast heeft slechts 1 getuige verklaard dat het voorwerp dat de man vasthield, op een bom leek. Wel bewezen vindt de rechtbank de bedreiging met het mes en een met tape omwikkeld voorwerp. Maar dat is onvoldoende om aan te nemen dat de verdachte “de bevolking ernstige vrees wilde aanjagen”, zoals het geval is bij bedreiging met terroristisch oogmerk. Daarvan wordt hij vrijgesproken.
Door mensen op straat met een mes te bedreigen heeft de man zijn slachtoffers vrees aangejaagd en veroorzaakte hij onrust in de betreffende wijk in Eindhoven. Zijn daad kan bovendien leiden tot grotere gevoelens van angst en onveiligheid onder burgers. Ook het ongecontroleerde bezit van een stroomstootwapen leidt tot maatschappelijke gevoelens van onveiligheid.