Volgens de rechtbank had de verdachte opzet op de dood van de chauffeur én was er sprake van voorbedachte raad en daarmee van een poging tot moord. De verdachte stuurde de taxichauffeur vlak voor het middaguur een bericht via WhatsApp met het verzoek hem op te halen. Zo’n 2 uur later zocht hij op zijn mobiele telefoon naar ‘in de nek steken met mes’ en ‘messlag in de nek’. Weer een half uur later stapte de verdachte in de taxi voor het begin van de rit naar Eindhoven. Nadat de taxi daar was gearriveerd, stelde de verdachte een vraag over een looproute. Op beeld van een dashcamera is te zien dat de verdachte vervolgens een mes uit zijn mouw tevoorschijn haalde, dat ongeveer 10 seconden op zijn schoot liet liggen en daarna op het slachtoffer begon in te steken. Hieruit blijkt dat sprake is van planmatig en bewust handelen. Uit de beelden blijkt dat de verdachte de gehele rit rustig en ontspannen was. Het is dan ook niet aannemelijk dat hij in een ogenblikkelijke gemoedsopwelling handelde. Ook andere door de verdediging aangedragen scenario’s wijst de rechtbank van de hand.