De criminele organisatie waar de 2 mannen leiding aan gaven was tussen april en oktober 2012 bezig met het treffen van voorbereidingen voor de productie van synthetische drugs. Daarvoor werd 5 keer een hoeveelheid Apaan (een grondstof voor de productie van amfetamine) in China besteld en vervolgens Nederland ingevoerd. Voor de bestelling en invoer van die grondstof werden bedrijfjes opgericht waar de Apaan werd afgeleverd. Hiervoor werden zogeheten katvangers benaderd en ingezet.
Een 37-jarige man uit Nistelrode, een 49-jarige man uit Nieuwstadt en een 46-jarige man die in België woont, fungeerden als katvangers. De eerste 2 verdachten krijgen voor hun aandeel (één drugstransport) een voorwaardelijke celstraf van 4 maanden. De andere verdachte was bij 3 transporten betrokken en maakte volgens de rechtbank deel uit van de criminele organisatie. Hij krijgt een celstraf van 266 dagen.

De rechtbank Oost-Brabant spreekt 8 andere verdachten vanwege gebrek aan bewijs vrij van betrokkenheid bij de drugspraktijken. 4 van hen zijn vandaag wel voor andere delicten veroordeeld. Een 72-jarige man uit Valkenswaard krijgt een celstraf van 3 maanden voor witwassen en verboden wapen- en munitiebezit, een 58-jarige plaatsgenoot krijgt voor soortgelijke delicten een celstraf van 2 maanden. Een 55-jarige man die in Spanje woont en een 51-jarige man uit Valkenswaard krijgen geldboetes van respectievelijk 750 en 250 euro voor verboden wapen- en munitiebezit.

De 45-jarige leider krijgt een hogere taakstraf dan de andere leider, omdat hij ook nog initiator en sturende kracht van een drugstransport naar Duitsland was waarbij amfetamine, MDMA en cocaïne werden vervoerd. Daarnaast maakte hij zich schuldig aan witwassen.

Bij het bepalen van de straffen stelt de rechtbank voorop dat voor dergelijke drugsdelicten in beginsel alleen aanzienlijke en onvoorwaardelijke gevangenisstraffen in aanmerking komen. Er is echter een combinatie van factoren die maakt dat de rechtbank lagere straffen oplegt aan de hoofdverdachten. Zo stelt de rechtbank vast dat er sprake is van een excessief tijdsverloop: de delicten dateren van 6,5 jaar geleden en nog langer geleden. Daarnaast is er sprake van een navenante overschrijding van de redelijke termijn met ruim 4,5 jaar. In het geval van de leiders weegt bovendien mee dat zij in Denemarken zijn veroordeeld tot celstraffen van ieder 12 jaar voor delicten die onmiskenbaar in het verlengde liggen van deze strafzaak. Daarbij komt dat hen een restant van 6 jaar celstraf boven het hoofd hangt met een proeftijd van 6 jaar, die tot september 2024 loopt. Deze combinatie van factoren maakt dat de rechtbank voor deze verdachten een onvoorwaardelijke celstraf dan ook niet langer opportuun acht. In plaats daarvan krijgen zij een taakstraf en een geldboete. Om de ernst van de delicten te benadrukken en te voorkomen dat de verdachten opnieuw de fout ingaan, legt de rechtbank beide mannen ook een voorwaardelijke celstraf van 1 jaar op.