De rechter oordeelt dat sprake is van een huurovereenkomst tussen de beheerder en de bewoners. Dit wil echter niet zeggen dat de beheerder de overeenkomsten met de bewoners niet per 28 november a.s. mocht opzeggen. Het was op voorhand duidelijk dat de bewoners slechts tijdelijk in het pand zouden mogen wonen. Het gaat immers om een voormalige pastorie en in de overeenkomsten staat dat het pand binnen afzienbare tijd wordt gesloopt, her-ontwikkeld, verkocht, verhuurd of gerenoveerd. Ook zijn in de overeenkomsten onder meer een opzegtermijn van 28 dagen en expliciete bepalingen over de bijzondere en tijdelijke aard van die overeenkomsten opgenomen.
De rechter ziet geen reden om, zoals de bewoners hebben verzocht, een langere ontruimingstermijn te bepalen dan de 3 dagen na de vonnisdatum die de beheerder heeft verzocht. De bewoners weten namelijk al ruim een maand dat ze het pand moeten verlaten.