Laden...

Arts moet boete betalen voor voorschrijven onjuiste medicatie tegen Covid-19

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Oost-Brabant > Nieuws > Arts moet boete betalen voor voorschrijven onjuiste medicatie tegen Covid-19
's-Hertogenbosch, 19 december 2025

Een arts uit Boxmeer moet een boete betalen. Ondanks een waarschuwing van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd en afraden van haar beroepsgroep, schreef zij haar patiënten twee bepaalde medicijnen voor ter behandeling of preventie van Covid-19. De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport legde haar daarom een boete op van 3.000 euro. De rechtbank Oost-Brabant vindt dat terecht, maar verlaagt de boete wel tot 1.275 euro. 

De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd kreeg in december 2021 meldingen dat een apotheek mogelijk ivermectine en HCQ zou verstrekken voor preventie of behandeling van Covid-19. Een inspecteur constateerde vervolgens dat de arts uit Boxmeer in november en december van dat jaar in totaal 48 keer één van de medicijnen aan haar patiënten had voorgeschreven. De medicijnen stonden echter niet geregistreerd in de indicaties van het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen. In dat geval is het voorschrijven alleen mogelijk als daarover binnen de beroepsgroep protocollen of standaarden zijn ontwikkeld. Als de protocollen en standaarden nog in ontwikkeling zijn, is overleg tussen de behandelend arts en apotheker noodzakelijk.

De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport legde in oktober 2022 een bestuurlijke boete van 3.000 euro op aan de arts. Hij vond dat de arts zich niet aan de wet heeft gehouden toen zij ivermectine en HCQ voorschreef voor preventie of behandeling van Covid-19. Deze medicatie voorschrijven was dan ook een overtreding van de Geneesmiddelenwet. De arts legde zich hier niet bij neer en stapte uiteindelijk naar de rechter. Volgens de arts mocht de minister haar geen boete opleggen. In de Geneesmiddelenwet staat volgens haar onvoldoende duidelijk dat moet worden overgegaan tot het opleggen van een boete als een arts de bewuste medicatie zou voorschrijven. Ook stelt de arts dat zij zich heeft gehouden aan in het buitenland ontwikkelde protocollen of standaarden. Verder zegt zij te hebben overlegd met de betrokken apotheker.

Oordeel

De rechtbank oordeelt dat het voor de arts voldoende duidelijk moet zijn geweest dat het voorschrijven van ivermectine en HCQ voor preventie of behandeling van Covid-19 tot bestraffend optreden van de overheid zou leiden. In maart 2021 heeft de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd namelijk een bericht gepubliceerd waarin stond dat de Inspectie artsen zou beboeten als zij ivermectine of HCQ zouden voorschrijven aan patiënten. De inhoud van dit bericht laat aan duidelijkheid niets te wensen over.

Het staat een arts bovendien niet vrij om naar eigen inzicht te bepalen op welke protocollen of standaarden zij zich beroept. De arts is in Nederland geregistreerd als arts. Dit betekent dat zij zich aan de norm van de Nederlandse beroepsgroep moet houden. Het gebruik van ivermectine en HCQ ter behandeling of preventie van Covid-19 werd door hen afgeraden.
De Nederlandse protocollen en standaarden voor de behandeling van Covid-19 waren op dat moment weliswaar nog in ontwikkeling. Het was niet reëel te verwachten dat de definitieve protocollen zouden leiden tot de aanbeveling om deze medicatie voor te schrijven, omdat dit al werd afgeraden. Daarom kan overleg met een apotheker ook niet wegnemen dat sprake is van een overtreding. De minister mocht dan ook een boete opleggen.

De minister gaf tijdens de behandeling van deze zaak bij de rechtbank aan dat er aanleiding is om de boete te verlagen tot 1.500 euro. De rechtbank ziet aanleiding om daar nog eens vijftien procent vanaf te halen. De termijn tussen het voornemen om een bestuurlijke boete op te leggen en het doen van uitspraak door de rechtbank mag namelijk niet meer dan twee jaar duren. In dit geval is die termijn met zeventien maanden overschreden. De arts moet daarom een boete betalen van 1.275 euro.

Uitspraak