De verdachte reed ’s nachts op een kruising in Veghel door een rood verkeerslicht en kwam vervolgens in botsing met een andere auto. De bijrijder van de verdachte brak daarbij zijn onderarm en beide polsen en liep diverse kneuzingen op. Ook de 2 inzittenden van de andere auto raakten gewond.
De rechtbank stelt op basis van de bewijzen vast dat de verdachte met een snelheid van tussen de 130 en 144 km/u reed, terwijl hij daar maximaal 80 km/u mocht rijden. Daarnaast had hij te veel alcohol gedronken en negeerde hij een rood verkeerslicht. De rechtbank veroordeelt de man dan ook voor een verkeersmisdrijf, omdat hij zeer onvoorzichtig en onoplettend heeft gereden.
De rechtbank heeft er bij het bepalen van de straf rekening mee gehouden dat de bijrijder zwaar lichamelijk letsel opliep en de 2 andere slachtoffers door de gevolgen van dit ongeval ruime tijd werden gehinderd bij hun normale dagelijkse bezigheden. Bovendien had de verdachte een voor hem als beginnend bestuurder verboden hoeveelheid alcohol gedronken en reed hij fors te hard. Dit rekent de rechtbank hem zwaar aan. In het voordeel van de verdachte woog de rechtbank in de strafbepaling mee dat hij ook zelf behoorlijk gewond raakte en financiële schade leed door het ongeval. Daarnaast werkte de verdachte mee aan een mediationtraject met één van de slachtoffers uit de andere auto.