De 38-jarige man reed in maart vorig jaar in Oss op een kruising door een rood verkeerslicht met een snelheid van -naar eigen zeggen- zo’n 70 km/u. Hoewel die snelheid daar op zichzelf was toegestaan, minderde de man bij het naderen van de kruising geen vaart en kon niet op tijd stoppen voor een fietser die voorrang had en ook op dat moment overstak. De fietser liep een schouder- en kniebreuk op.
De rechtbank kwalificeert het handelen van de automobilist als aanmerkelijk onoplettend en onvoorzichtig.

De 68-jarige automobilist keerde in mei vorig jaar zijn auto op de N279 terwijl dat daar niet is toegestaan. Nadat hij was gekeerd en weer wegreed, botste een motor tegen zijn auto. De motorrijder raakte ernstig gewond.
De rechtbank oordeelt dat niet kan worden bewezen dat de automobilist schuld had aan het ontstaan van de aanrijding door aanmerkelijk onoplettend en onvoorzichtig te rijden. Wel veroorzaakte de man door zijn keermanoeuvre gevaar voor de overige verkeersdeelnemers. Mede omdat het hier gaat om een overtreding en niet om een misdrijf, krijgt hij een lagere straf dan de 38-jarige automobilist.

Beide automobilisten brachten andere verkeersdeelnemers in gevaar met hun handelen en er vielen slachtoffers. In beide zaken weegt de rechtbank in het voordeel van de verdachten mee dat zij beiden zo’n 1,5 jaar in spanning verkeerden over de afloop van de strafzaak. De rechtbank legt naast een geldboete ook een voorwaardelijke rijontzegging op aan de automobilisten om de ernst van de feiten tot uitdrukking te brengen en te voorkomen dat zij opnieuw de fout ingaan.