De man bestelde in een periode van ruim 3 jaar (maart 2013 - juni 2016) bij 14 verschillende bedrijven grote partijen goederen. Hij nam steeds telefonisch, per e-mail en soms in persoon contact op met het bedrijf en maakte zijn belangstelling kenbaar voor onder meer zeep, koffie, handschoenen, naaimachines, energiedrankjes en kaarsen. Vervolgens sprak de man een verkoopprijs af. De goederen die de man had afgenomen werden helemaal niet of slechts voor een deel betaald.
De rechtbank veroordeelt de man ook voor valsheid in geschrift. Zo vervalste hij op grote schaal betalingsbewijzen die hij vervolgens gebruikte om bij zijn leveranciers de indruk te wekken dat hij voor de bestelde goederen had betaald. Hij maakte eveneens 3 fictieve overeenkomsten op tussen hemzelf en het Openbaar Ministerie waarin wordt vermeld dat er een vergoeding is vastgesteld. De man is met zo’n overeenkomst naar de bank gegaan. Bovendien vervalste hij een aantal medische stukken en gaf hij deze aan zijn advocaat om een verzoek tot schorsing van zijn voorlopige hechtenis in deze strafzaak te onderbouwen.
De rechtbank heeft de man vrijgesproken van oplichting van een viertal bedrijven.