De verdachte werkt bij een recyclingbedrijf en was in april 2017 stagebegeleider van een destijds 17-jarige jongen. De jongen is bekend met PDD-NOS en zijn intelligentie is beneden gemiddeld. Volgens de jongen zou hij tijdens zijn stageperiode 3 keer door zijn begeleider zijn gedwongen seksuele handelingen te ondergaan en te verrichten. De verdachte ontkent dit. De rechtbank stelt vast dat er geen reden is te twijfelen aan de verklaringen van de jongen. Hij verklaarde gedetailleerd en consistent over de tijdstippen, locaties en omstandigheden waarin de verdachte de handelingen heeft gepleegd. Bovendien worden de verklaringen van de jongen ondersteund door onder meer camerabeelden, getuigenverklaringen en aangetroffen spermasporen op de locaties die de jongen noemde. De rechtbank oordeelt daarnaast op basis van de bewijzen dat de jongen de seksuele handelingen onder dwang moest uitvoeren. Volgens de rechtbank oefende de verdachte psychische druk uit op het slachtoffer door te dreigen dat de jongen een slechte beoordeling zou krijgen voor zijn stage als hij niet deed wat hem werd gevraagd. Ook negeerde de verdachte opmerkingen van de jongen als “Nee, ik wil niet”. De rechtbank veroordeelt de verdachte daarom voor verkrachting.