De douane trof de sigaretten - waarover geen accijns was betaald - in oktober 2018 aan in een loods van de verdachte. Ze waren verpakt in dozen en opgestapeld op pallets. De verdachte woont in een omgebouwd gedeelte van de loods en verhuurde zijn loods aan verschillende personen, meestal voor de opslag van caravans en boten. Volgens hem waren de bewuste pallets met dozen van huurders die hij verder niet kende en wist hij niet dat er illegale sigaretten in de dozen zaten.

De rechtbank oordeelt dat verdachte willens en wetens de aanmerkelijke kans aanvaardde dat in zijn loods illegale goederen werden gestald. Uit de bewijzen blijkt namelijk dat hij de identiteit van de huurders niet controleerde en dat hij contante betalingen aannam. Ook deed hij geen onderzoek toen de huurders - recht tegenover de ingang van zijn woning - pallets stalden met zodanig verpakte goederen dat hij niet kon zien waar het om ging. Daarbij was de verdachte de enige die over een sleutel van de loods beschikte. Hij liet de huurders pas binnen als zij daar om vroegen. Dit betekent juridisch gezien dat hij de sigaretten in bezit had.

Over de sigaretten was geen accijns betaald, wat in totaal om zo’n 1,3 miljoen euro ging. Hierdoor benadeelde de verdachte de staatskas. Bovendien zorgde hij voor oneerlijke concurrentie met bonafide bedrijven die wel aan de accijnsverplichtingen voldoen. Ook frustreerde de verdachte het Europese beleid om via hoge prijzen het gebruik van sigaretten te ontmoedigen. Gelet op dit alles zou de rechtbank een onvoorwaardelijke straf op zijn plaats vinden. Het gaat echter om een verdachte van bijna 88 jaar, met een blanco strafblad. Bovendien hangt hem een fiscale claim boven het hoofd. De rechtbank volstaat daarom met het opleggen van een forse taakstraf, zoals ook de officier van justitie eiste. Daarnaast krijgt de verdachte een voorwaardelijke celstraf zodat hij niet opnieuw de fout ingaat.