De man reed in februari 2019 samen met een vriend vanuit Best naar Eindhoven. Op de Eindhovenseweg-Zuid naderde hij een andere auto. Op camerabeelden is te zien dat de man plotseling een scherpe stuurbeweging naar links maakte en daardoor de controle over zijn auto verloor. De auto reed naar de middenberm, raakte een lantaarnpaal en een verkeersbord en schoof vervolgens via de andere rijbaan naar de overkant van de weg. De auto kwam op het naastgelegen fietspad tot stilstand. De vriend van de man kwam bij de botsing om het leven.

De rechtbank stelt vast dat de man vlak voor het ongeluk zo’n 100 km/uur reed terwijl daar 80 km/uur was toegestaan. Bovendien maakte hij een scherpe stuurbeweging. Dit zijn twee verkeersfouten die volgens de rechtbank zo ernstig zijn, dat de man in strafrechtelijke zin schuld heeft aan het dodelijke ongeval. Daarbij weegt de rechtbank de omstandigheden mee: het was donker, door de regen was het wegdek nat, er was verminderd zicht en beide voorbanden van de auto beschikten niet over de hele omtrek over de wettelijk voorgeschreven minimale profieldiepte. Dit alles maakt het rijgedrag van de man aanmerkelijk onvoorzichtig.

Bij het bepalen van de straf houdt de rechtbank er rekening mee dat de man een ernstig verkeersongeval veroorzaakte met zeer ernstige, onomkeerbare gevolgen. Ook weegt mee dat de man zal moeten omgaan met de wetenschap dat hij verantwoordelijk is voor de dood van zijn vriend. Volgens eigen zeggen staat het beeld van zijn overleden vriend op zijn netvlies gebrand. Hij verwijt zichzelf wat er is gebeurd.
Al met al vindt de rechtbank een taakstraf en voorwaardelijke rijontzegging zoals de officier van justitie eiste, op zijn plaats. De rechtbank legt wel een iets langere rijontzegging op dan de eis: namelijk 12 dagen onvoorwaardelijk. Dit was de tijd dat de man zijn rijbewijs moest inleveren. Daarnaast moet hij de nabestaanden van zijn vriend de gevraagde schadevergoeding betalen van ruim 21.000 euro.