De garagehouder zat tot 1 mei jl. aan de doorgaande weg in de bebouwde kom van Boekel. De eigenaar stelt schade te hebben geleden door de voorgenomen aanleg van een rondweg, waardoor er beduidend minder verkeer voorbij zijn bedrijf zal gaan komen. In september 2018 deed hij daarom een verzoek om een tegemoetkoming in planschade. De gemeente wees dit in november 2018 af. In april 2019 kwam de gemeente daar echter op terug en in augustus kende zij alsnog een vergoeding van ruim 64.000 euro toe aan het bedrijf. De garagehouder ging daarmee niet akkoord en tekende bezwaar aan. De gemeente veegde dit bezwaar in januari jl. van tafel. Daarop stapte de eigenaar van het garagebedrijf naar de rechter.
De garagehouder stelt dat zijn bedrijf zo’n 450.000 euro schade heeft geleden door het voorgenomen besluit voor de aanleg van een rondweg. Dit bedrag werd door een deskundige berekend op basis van onder meer omzetverlies van de verkoop van auto’s, brandstof en goederen uit de tankshop. Daarnaast stelt de eigenaar liquidatieschade te hebben geleden. Hij acht zijn bedrijf niet meer levensvatbaar en zegde per 1 mei jl. de huur op om verdere schade te beperken.
De gemeente stelt kort gezegd dat de totale schade niet meer is dan de ruim 64.000 euro die zij reeds toekende.