Volgens de man was hij in zijn slaapkamer aan het opruimen en gooide hij daarbij
achteloos en nogal lomp spullen op een hoop in de aangrenzende woonkamer.
Daardoor viel een brandende kaars van het dressoir en ontstond er brand.
De
rechtbank oordeelt dat er onvoldoende bewijs is dat de man opzettelijk brand
wilde stichten. Maar er is wel sprake van voorwaardelijk opzet. Door nogal lomp
met spullen te gooien terwijl er kaarsen stonden te branden, aanvaardde hij
bewust de aanmerkelijke kans dat er brand zou ontstaan.