De rechtbank legt een langere celstraf op dan de officier van justitie eiste, omdat de rechtbank oordeelt dat de geëiste straf van 282 dagen niet overeenkomt met de ernst van het delict. De officier van justitie had volgens de rechtbank onvoldoende oog voor de reële en ernstige gevaarzetting voor met name de buren. De rechtbank rekent het de man zwaar aan dat hij welbewust een levensbedreigend gevaar voor hen veroorzaakte. Daar komt nog bij dat er grote materiële schade is ontstaan. Ook is de man eerder voor brandstichting veroordeeld.
In het voordeel van de man weegt mee dat er volgens een psychiater en een psycholoog sprake is van een ziekelijke stoornis van de geestvermogens van de man. De rechtbank beschouwt de man daarom als verminderd toerekeningsvatbaar. De rechtbank legt vanwege de persoonlijkheidsproblematiek en de kans op herhaling naast de celstraf ook tbs met voorwaarden op. De man moet zich onder meer klinisch laten behandelen en krijgt een alcohol- en drugsverbod en een meldplicht bij Novadic-Kentron. Volgens de rechtbank wordt door deze voorwaarden de maatschappij voldoende beveiligd en de kans op herhaling ingeperkt.