De politie doorzocht op 23 september 2014 een aantal gebouwen op het perceel, waarin onder meer twee bedrijven zijn gevestigd. Bij de doorzoeking werd onder meer 300 gram amfetamine en apaan - een middel dat wordt gebruikt voor de productie van synthetische drugs - gevonden. De burgemeester besloot daarop alle bijgebouwen bij de woning op het perceel te laten sluiten. Voor de woning werd een bestuurlijke waarschuwing opgelegd, wat betekent dat de woning bij een nieuwe overtreding wordt gesloten. De bewoners, twee broers en hun moeder, waren het niet eens met deze beslissing en vroegen de rechter om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter stelt vast dat de burgemeester de sluiting van alle bijgebouwen heeft gebaseerd op in een schuur aangetroffen harddrugs en in een tweede schuur aangetroffen apaan. Uit rapporten die ten grondslag liggen aan het besluit om de bijgebouwen te sluiten, kan echter niet worden opgemaakt dat in de tweede schuur daadwerkelijk harddrugs of apaan is gevonden. Uit de rapporten kan wel worden opgemaakt dat in de eerste schuur harddrugs is gevonden. De voorzieningenrechter oordeelt dat de burgemeester daarom alleen bevoegd was de eerste schuur en een daarbij horende kantoorruimte te sluiten. De burgemeester mag die gebouwen per 2 februari 2015 laten sluiten. Voor de overige gebouwen is het nu aan de burgemeester om het besluit tot sluiting nader toe te lichten. De burgemeester had ook geen bestuurlijke waarschuwing voor de woning mogen afgeven, omdat niet kon worden vastgesteld dat daar softdrugs werden gevonden.