Volgens de burgemeester trekken cashcenters criminelen aan omdat ze met anonieme accounts werken. Daardoor is het ook mogelijk om geld wit te wassen. Vanwege het cashcenter en eerdere constateringen bij het café, stelt de burgemeester dat de eigenaresse niet meer voldoet aan de wettelijke eis dat een leidinggevende ‘niet in enig opzicht van slecht levensgedrag mag zijn’.
De eigenaresse betwist diverse bevindingen van de Kansspelautoriteit. Zo geeft ze aan alleen een handling fee te krijgen voor het gebruik van het cashcenter en niet 40 % van de opbrengst, zoals wordt gesteld. Ook is het volgens haar niet zo dat mensen alleen met een online tegoed van een cashcenter op de betreffende online goksite kunnen gokken. Bovendien is er informatie ingewonnen bij de Belastingdienst en de Kansspelautoriteit voordat het cashcenter werd geplaatst.
De voorzieningenrechter oordeelt dat de burgemeester in de beslissing op het bezwaar van de eigenaresse gemotiveerd moet ingaan op de kanttekeningen die de eigenaresse plaatst bij de bevindingen van de Kansspelautoriteit. In de tussentijd mag het café openblijven, in ieder geval nog tot 6 weken na de beslissing op het bezwaar.
