Politieagenten surveilleerden op 26, 27 en 28 september van dit jaar tijdens de kermis in Someren en betrapten in totaal 34 mensen op het gebruik van harddrugs. Van die gebruikers verklaarde het merendeel de drugs in het betreffende café te hebben gekocht. De burgemeester van Someren liet daarop het café per 9 oktober voor 23 dagen sluiten. Op 1 november komt er namelijk een nieuwe eigenaar in het pand die een ander soort horecabedrijf zal exploiteren. De huidige eigenaar maakte
bezwaar tegen de sluiting en vroeg de rechter
een voorlopige voorziening te treffen. Hij wil dat het pand van 22 tot en met 31 oktober open mag zijn onder meer om op die laatste dag een afscheidsfeest te geven.
De eigenaar stelt -kort gezegd- dat de burgemeester geen zorgvuldig onderzoek heeft gedaan en het café niet mocht sluiten. De burgemeester nam zijn besluit op basis van een politierapport waarin het verslag staat van de surveillanten tijdens de kermis. De burgemeester heeft er tijdens de zitting bij de voorzieningenrechter op gewezen dat de eigenaar wist dat in zijn café wordt gehandeld in drugs en tegen hem heeft gezegd dat er te weinig toezicht was op drugsgebruik in het café bij de toiletten en buiten met name aan de achterkant van het café. Verder heeft de burgemeester er op gewezen dat de eigenaar het veiligheidsplan niet op alle punten heeft nageleefd tijdens de kermis.
De voorzieningenrechter oordeelt dat de burgemeester voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat tijdens de kermis in het café harddrugs zijn verkocht. De burgemeester was daarom bevoegd tot het opleggen van een last onder bestuursdwang. Volgens de rechter mocht de burgemeester ook gebruik maken van die bevoegdheid. Daarbij is onder meer in aanmerking genomen dat de burgemeester de eigenaar in februari van dit jaar al had gewaarschuwd dat zijn café kon worden gesloten vanwege de drugs. Volgens de rechter heeft de eigenaar geen bijzondere feiten of omstandigheden genoemd die voor de burgemeester aanleiding hadden moeten zijn om het café niet te sluiten. Daarbij is meegewogen dat de burgemeester tijdens de zitting heeft gezegd dat hij, ondanks de sluiting, onder voorwaarden bereid is om het mogelijk te maken dat de eigenaar een afscheidsfeest kan organiseren. De rechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening daarom af.