De verdachten achtervolgden in september 2013 de auto van de Fransman over
de A2 richting Eindhoven. Toen beide auto’s voor een verkeerslicht stilstonden,
stapte de 21-jarige verdachte bij het slachtoffer in. De verdachte is met de man
meegereden naar een parkeerplaats. Daar werd het slachtoffer bij zijn nek
gepakt, in zijn gezicht geslagen en moest hij overstappen in de auto van de
verdachten. Ze reden vervolgens met zijn drieën naar een aantal geldautomaten
waar het slachtoffer geld moest pinnen. Toen dit niet lukte, namen ze de man mee
naar een woning om te overnachten. De volgende ochtend wilden de verdachten
opnieuw dat het slachtoffer geld voor ze ging halen, maar na een vergeefse
poging om opnieuw geld te pinnen wist de man te ontsnappen en de politie in te
schakelen.
De verdachten verklaarden dat ze de Fransman eerder voor 2.000
euro drugs hadden geleverd. De man zou naar hun zeggen uit vrije wil met hen
zijn meegegaan om die schuld in te lossen.
Bij het bepalen van de straf houdt de rechtbank er rekening mee dat de
mannen zich schuldig maakten aan vrijheidsberoving en een poging tot afpersing,
zware misdrijven. Door het slachtoffer een nacht vast te houden, maakten ze
inbreuk op zijn fundamentele recht om te gaan en staan waar hij wil. Het gevolg
is dat niet alleen het slachtoffer zich niet meer veilig voelt, ook in de
samenleving zorgen dergelijke delicten voor onrust. De verdachten handelden
bovendien puur uit winstbejag en trokken zich niets aan van de belangen van het
slachtoffer. Voor de rechtbank weegt ook mee dat beide verdachten eerder zijn
veroordeeld tot onder meer een gevangenisstraf. Omdat de 21-jarige man 5 dagen
langer in voorarrest zat dan zijn medeverdachte, krijg hij 10 uur minder
taakstraf. Naast deze cel- en taakstraf moet de 21-jarige verdachte ook nog 28
uur taakstraf uitvoeren van een eerder voorwaardelijk opgelegde straf.