De man ging telkens op soortgelijke wijze te werk. Hij maakte via Marktplaats onder een valse naam een afspraak met een verkoper voor de overname van een iPhone. Aangekomen in de woning van de verkoper nam hij de iPhone in ontvangst en bedreigde hij de verkoper vervolgens met een (nep)vuurwapen. Hij ging er daarna - zonder te betalen - met de telefoon vandoor. In juli 2023 ging zijn vriendin mee naar afspraken in Best en Uden. De vrouw pakte bij de verkopers de telefoon aan en stak die in haar broekzak. De man pleegde in diezelfde maand ook zelfstandig nog een soortgelijke diefstal in Uden en deed een poging daartoe in Horst. In september van dat jaar herhaalde de man deze aanpak in Maarheeze door met het 16-jarige meisje een diefstal te plegen.
Bij die laatste diefstal gebruikte de man een echt vuurwapen. In de andere gevallen heeft de rechtbank dat niet kunnen vaststellen en zou ook een nepvuurwapen, zoals het bij de man thuis aangetroffen gasdrukpistool, gebruikt kunnen zijn. In september 2023 doorzocht de politie de woning van de man. Daar troffen agenten 40 gram cocaïne, ruim 400 gram hennep, een vuurwapen en een gasdrukpistool met munitie aan.

Bij het bepalen van de straffen houdt de rechtbank er rekening mee dat de gewapende diefstallen grote impact hebben op de slachtoffers. Het gebeurde in hun eigen woning, waar zij zich nu juist veilig moesten kunnen voelen. Het slachtoffer in Maarheeze durfde na de overval bijvoorbeeld geen nacht meer in haar woning te blijven en heeft uiteindelijk besloten het huis te verkopen. 

Volgens een psycholoog is bij de man sprake van een borderline-persoonlijkheidsstoornis met antisociale en narcistische trekken. De rechtbank beschouwt hem als licht verminderd toerekeningsvatbaar. Om de kans op herhaling te verkleinen, legt de rechtbank - naast een celstraf - een aantal bijzondere voorwaarden op. Zo moet de verdachte zich laten opnemen in een kliniek en aansluitend meewerken aan een ambulant nazorgtraject. Ook krijgt hij een meldplicht bij de reclassering en een contactverbod met het 16-jarige meisje.

De rol van de vriendin is aanzienlijk anders en kleiner dan die van haar vriend. Zij speelde geen rol van betekenis in de voorbereiding. Wel maakte zij met haar mededader afspraken over hoe zij te werk zouden gaan en wat haar taak was. Haar aanwezigheid moest vertrouwen wekken bij het ophalen van de telefoons. Ze wist ook dat er een wapen zou worden gebruikt door haar vriend. Daarom vindt de rechtbank een cel- en taakstraf op zijn plaats.

Het minderjarige meisje wist dat de man en zijn vriendin diefstallen hadden gepleegd en haalde hem over om dit ook met haar te doen. Ze wist hem te overtuigen door te vertellen dat ze dringend geld nodig had. Het meisje is intussen opgenomen bij een zorginstelling voor jongeren en rondde de gedragsinterventie 'leren van delict' positief af. De rechtbank bepaalt dat zij naast de werkstraf en de voorwaardelijke jeugddetentie ook moet blijven meewerken aan gedragsinterventies en behandelingen.

Ze moeten de slachtoffers schadevergoedingen betalen van in totaal bijna 9.000 euro.