De verdachten probeerden in april 2012 de uitbaatster van een café in Eindhoven 120.000 euro afhandig te maken. De verdachten dreigden dat een motorclub met 400 man een inval zou doen in haar zaak, haar café zouden afpakken en dat zij en haar dochter zouden verdwijnen.

De 27-jarige man uit Son en Breugel en de 36-jarige man uit Cuijk verklaarden dat zij zich terug hadden getrokken en ze de vrouw niet wilden afpersen. De rechtbank gaat hier echter niet in mee. De uitbaatster deed namelijk direct nadat ze werd bedreigd aangifte bij de politie. Vanwege die reden werd de afpersing niet voltooid en dus niet omdat de verdachten zich terugtrokken. Uit een getuigenverklaring, camerabeelden en een geluidsopname leidt de rechtbank af dat de drie verdachten zeer nauw betrokken zijn geweest bij het bespreken van het plan om het slachtoffer af te persen en de uitvoering daarvan. Volgens de rechtbank hebben de drie mannen nauw samengewerkt bij het beramen van de afpersing en zijn ze alle drie strafbaar voor het medeplegen van een poging tot afpersing.

Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank er onder meer rekening mee gehouden dat de verdachten hebben gedreigd het slachtoffer iets aan te doen. Met name de bedreiging met het optreden van een motorclub moet een grote indruk op haar hebben gemaakt. Daarnaast veroorzaakt een dergelijke zaak veel maatschappelijke onrust en leidt tot toenemende gevoelens van angst en onveiligheid. In het voordeel van de verdachten weegt de rechtbank mee dat er sinds de poging tot afpersing een onwenselijk lange termijn van drie jaar is verstreken.

De 33-jarige man uit Eindhoven moet naast de cel- en taakstraf voor deze veroordeling ook nog een eerder voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf van 90 dagen uitzitten.