Uit de bewijzen blijkt dat de meisjes door een 23-jarige Arnhemmer naar Eindhoven werden gebracht en daar een aantal dagen in de woning van één van de verdachten verbleven. Ook staat vast dat 5 verdachten in die periode seks hebben gehad met het 13-jarige meisje en 2 verdachten met het andere meisje. Volgens de officier van justitie was er in een aantal gevallen sprake van verkrachting. De rechtbank vindt dat daarvoor in één geval voldoende bewijs is. De 24-jarige man dwong het 14-jarige meisje tot seks. In de andere gevallen is er – naast de verklaringen van de meisjes – geen overtuigend steunbewijs dat sprake zou zijn van verkrachting. Daarbij speelt onder meer een rol dat zowel de slachtoffers als de verdachten meer dan eens wisselende verklaringen hebben afgelegd. Seks met een minderjarige, en dus ontucht kon in de meeste gevallen wel worden bewezen.
Ook de Arnhemmer wordt vrijgesproken van verkrachting. Omdat hij in zijn auto seks had met het 13-jarige meisje krijgt hij wel een voorwaardelijke celstraf van 1 maand en de maximale taakstraf van 240 uur. Ditzelfde geldt voor een 29-jarige Eindhovenaar, die in zijn woning seks had met het jongste meisje. Hij krijgt 130 dagen celstraf voor ontucht.
In het geval van een 22-jarige Bosschenaar en een 23-jarige Eindhovenaar gaat de rechtbank – net als de officier van justitie – eveneens uit van ontucht. De man uit 's-Hertogenbosch had bovendien seks met het 14-jarige meisje en een ander 15-jarig meisje. Daarnaast had hij van dit laatste meisje seksfilmpjes (kinderporno) in bezit. Hij krijgt een celstraf van 14 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, en moet het 15-jarige meisje een schadevergoeding betalen van 5.000 euro. De andere verdachte is veroordeeld tot een celstraf van 90 dagen, waarvan 87 dagen voorwaardelijk, en een taakstraf van 200 uur.