De verdachte werd na een avond stappen bij het busstation in Eindhoven aangesproken door een man die onder invloed was en hem zou hebben uitgescholden. Hij sloeg het slachtoffer met een vuist in het gezicht, waardoor die op de grond viel en daar bewusteloos bleef liggen. De verdachte liep vervolgens om hem heen en schopte hard tegen zijn hoofd. Hij had weliswaar niet de intentie om het slachtoffer om het leven te brengen, maar hij aanvaardde wel die kans door een weerloos persoon hard tegen het hoofd te schoppen. Daarom is er volgens de rechtbank sprake van een poging tot doodslag.