Ook de rechtbank vindt het verhaal van de man ongeloofwaardig. Hij verklaarde immers dat het meisje die die avond daarvoor alcohol had gedronken en in haar slip voor hem stond en dat hij zou hebben gezegd dat zij “normaal moest doen”. Vervolgens liet hij het naar eigen zeggen toe dat zij in zijn bed stapte en seksuele handelingen verrichtte. Ook al zou dit waar zijn - waar de rechtbank twijfels over heeft - had de verdachte als volwassene het (fysieke) overwicht in deze situatie. Hij had haar kunnen en moeten tegenhouden. Toch kan de rechtbank de verdachte niet veroordelen voor de door de officier van justitie gestelde verkrachting. Er is bij de rechtbank namelijk twijfel hoe het nu precies is gegaan in de caravan. Daarbij speelt een rol dat de verdachte stellig ontkent dat hij het meisje heeft gedwongen. Ook weegt mee dat het meisje na de bewuste nacht nog allerlei activiteiten met de man ondernam en telefonisch contact had met anderen. Ze maakte echter pas veel later die dag melding bij een medewerker van de camping van de gebeurtenissen die nacht.
Dit betekent dat de rechtbank de man vrijspreekt voor verkrachting. Wel staat vast dat de man seks had met een minderjarig meisje en daarmee is hij schuldig aan ontucht.
Bij het bepalen van de straf houdt de rechtbank er rekening mee dat de verdachte ernstig misbruik maakte van het kwetsbare meisje. Hij liet haar alcohol drinken, bracht samen met haar de nacht door in zijn caravan en had toen seks met haar. Dit terwijl de verdachte zich had opgeworpen als vertrouwenspersoon bij wie het meisje terecht kon. Hij beschaamde dit vertrouwen op grove wijze en moet hiervoor volgens de rechtbank de cel in. De rechtbank legt een deel van die straf voorwaardelijk op om de verdachte ervan te weerhouden dat hij opnieuw de fout ingaat.