De verdachte bekent dat hij het delict heeft gepleegd. Hij verklaarde dat hij pas 16 dagen vrij was en niet weer vast wilde komen te zitten omdat zijn moeder ernstig ziek is en hij de aangewezen persoon is om voor haar te zorgen aangezien zijn vader een jaar geleden overleden is.
De verdachte had anders kunnen en moeten handelen dan hij heeft gedaan, aldus de rechtbank. Hij liet zich enkel leiden door zijn eigen belangen en bekommerde zich niet om anderen, zoals de emotionele gevolgen voor de medewerkers van de supermarkt, de beveiligers en de klanten in de winkel. De rechtbank rekent dit de verdachte aan. Bovendien weegt mee dat de verdachte al veelvuldig is veroordeeld voor soortgelijke delicten. De verdachte had net een celstraf van 10 maanden uitgezeten, maar ook die straf weerhield hem er niet van opnieuw van het rechte pad af te wijken.
De verdachte heeft in deze zaak inmiddels 58 dagen doorgebracht in voorarrest. Al met al vindt de rechtbank - anders dan de officier van justitie - dat de verdachte hiermee nog niet voldoende is gestraft. Hij krijgt daarom een celstraf van 150 dagen. Omdat hij volgens de reclassering gemotiveerd is zijn leven te beteren en zijn criminele gedrag te veranderen, zodat hij voor zijn zieke moeder kan zorgen, legt de rechtbank een groot deel van de celstraf (60 dagen) voorwaardelijk op. Aan dit voorwaardelijke deel koppelt de rechtbank een aantal bijzondere voorwaarden waaraan de verdachte zich moet houden. Zo krijgt hij een meldplicht bij de reclassering, moet hij deelnemen aan de gedragsinterventie cognitieve vaardigheden en moet hij zich ambulant laten behandelen.