Laden...

Celstraf en behandeling voor zedendelicten op Bedafse berg in Uden

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Oost-Brabant > Nieuws > Celstraf en behandeling voor zedendelicten op Bedafse berg in Uden
's-Hertogenbosch, 30 april 2018

Een 31-jarige man uit Uden is door de rechtbank Oost-Brabant veroordeeld tot een gevangenisstraf van 180 dagen, waarvan 177 dagen voorwaardelijk. Ook moet hij zich laten behandelen voor zijn psychische problemen. De verdachte verrichtte ontuchtige handelingen bij een jong meisje en pleegde schennis van de eerbaarheid ten overstaan van jonge kinderen.

De verdachte benaderde in augustus 2017 op recreatieterrein de Bedafse berg in Uden een 8-jarig meisje. Hij deed zijn broek naar beneden en vroeg het meisje of zij met hem wilde spelen. Vervolgens betastte de verdachte het slachtoffer tussen haar benen. Enkele weken daarvoor verrichtte de verdachte op hetzelfde terrein seksuele handelingen bij zichzelf, in het zicht van een groepje jonge kinderen. Hij bekende beide delicten.

Volgens de officier van justitie zou de verdachte in de tussentijd op diezelfde locatie zijn geslachtsdeel aan een toen 8-jarige jongen hebben laten zien en seksuele handelingen bij zichzelf hebben verricht. De rechtbank oordeelt dat hiervoor onvoldoende bewijs is. Het signalement dat door het jongetje is gegeven wijkt wezenlijk af van dat van de verdachte. Bovendien ontkent de verdachte dat hij die bewuste dag bij de Bedafse berg is geweest.

Choqueren

De verdachte heeft op een recreatieterrein waar kinderen veilig moeten kunnen spelen, de lichamelijke integriteit van een jong meisje aangetast. Het delict maakte grote indruk op haar en haar gezin. Het meisje is angstig geworden en haar vertrouwen in mensen is aangetast. Ook had het delict grote impact op het gezinsleven van het slachtoffer.

Een psycholoog stelt dat er bij de verdachte sprake is van een borderline persoonlijkheidsstoornis. Er zijn geen aanwijzingen van een seksuele stoornis. Het lijkt erop dat de verdachte de delicten heeft gepleegd vanuit een schreeuw om aandacht met de behoefte om mensen te choqueren. De rechtbank beschouwt de man als verminderd toerekeningsvatbaar. Verder weegt bij het bepalen van de straf mee dat de verdachte de ernst van het delict inziet en oprecht berouw heeft getoond. Ook besloot hij uit zichzelf hulp te zoeken om herhaling te voorkomen.

De rechtbank legt een groot deel van de celstraf voorwaardelijk op om de verdachte ervan te weerhouden dat hij opnieuw de fout ingaat. Aan de voorwaardelijke straf koppelt de rechtbank een proeftijd van 3 jaar en een aantal bijzondere voorwaarden. De verdachte krijgt onder meer een meldplicht bij de reclassering en moet zich laten behandelen bij een zorginstelling.

De link naar de uitspraak werkt zo spoedig mogelijk.

Uitspraak