De verdachte heeft op een recreatieterrein waar kinderen veilig moeten kunnen spelen, de lichamelijke integriteit van een jong meisje aangetast. Het delict maakte grote indruk op haar en haar gezin. Het meisje is angstig geworden en haar vertrouwen in mensen is aangetast. Ook had het delict grote impact op het gezinsleven van het slachtoffer.
Een psycholoog stelt dat er bij de verdachte sprake is van een borderline persoonlijkheidsstoornis. Er zijn geen aanwijzingen van een seksuele stoornis. Het lijkt erop dat de verdachte de delicten heeft gepleegd vanuit een schreeuw om aandacht met de behoefte om mensen te choqueren. De rechtbank beschouwt de man als verminderd toerekeningsvatbaar. Verder weegt bij het bepalen van de straf mee dat de verdachte de ernst van het delict inziet en oprecht berouw heeft getoond. Ook besloot hij uit zichzelf hulp te zoeken om herhaling te voorkomen.
De rechtbank legt een groot deel van de celstraf voorwaardelijk op om de verdachte ervan te weerhouden dat hij opnieuw de fout ingaat. Aan de voorwaardelijke straf koppelt de rechtbank een proeftijd van 3 jaar en een aantal bijzondere voorwaarden. De verdachte krijgt onder meer een meldplicht bij de reclassering en moet zich laten behandelen bij een zorginstelling.
De link naar de uitspraak werkt zo spoedig mogelijk.