De man verklaarde dat hij vanwege zijn financieel penibele situatie geld had geleend van een aantal mannen en dat hij dit geld niet direct kon terugbetalen. De mannen zouden hem hebben gedwongen bij een bank passen met bijbehorende pincodes aan te vragen en onderscheppen. Die passen en codes heeft hij volgens eigen zeggen overgedragen aan de mannen die hem bedreigden. De rechtbank acht de verklaring van de man dat hij bedreigd is niet geloofwaardig, omdat hiervoor namelijk geen bewijzen zijn.
Bij het bepalen van de straf houdt de rechtbank er rekening mee dat de man op slinkse en geraffineerde wijze nieuwe of extra bankpassen en pincodes wist te ontfutselen bij de bank. Hiermee schaadde hij het vertrouwen dat bedrijven en particulieren moeten kunnen hebben in de juistheid van de financiële transacties met hun bank. De rechtbank weegt in het voordeel van de man mee dat hij sinds de delicten, voor zover bekend, geen nieuwe strafbare feiten heeft gepleegd.