De verdachte verklaarde dat hij de fietser helemaal niet heeft gezien. Volgens de verdachte had hij een terugval in zijn alcoholverslaving en dronk hij kort voor de aanrijding zes blikken bier van een halve liter. Uit de ademanalyse bleek inderdaad dat hij een ontoelaatbare hoeveelheid alcohol had gedronken. Zijn reactievermogen was hierdoor zo aangetast dat hij niet meer in staat was op de juiste weghelft te blijven rijden, om zijn omgeving en medeweggebruikers op te merken en daarop te anticiperen. Dit terwijl het ongeval gebeurde op klaarlichte dag op een rechte, overzichtelijke weg. Dergelijk rijgedrag kan volgens de rechtbank niet anders dan als zeer onvoorzichtig en onoplettend worden gekwalificeerd.