De verdachte stichtte tussen juni en september 2018 verschillende keren brand in Asten en Deurne. In 2 gevallen ontstond daarbij niet alleen gevaar voor goederen, maar ook voor mensen. Zo stak hij in september goederen in brand die onder carports stonden bij woningen in Asten en Deurne. Daarbij bestond het risico dat het vuur zou overslaan naar die woningen en naar aangrenzende huizen. Daardoor bracht hij de bewoners in gevaar. Ook stak de man afvalcontainers in brand bij een woning in Asten en bij een bedrijf in Deurne. Bovendien stichtte hij brand tegen de gevel van een bedrijfspand in Deurne.
Volgens de officier van justitie is de man ook verantwoordelijk voor een brand onder een overkapping van een bedrijf in Deurne, in september vorig jaar. De rechtbank oordeelt echter dat daarvoor onvoldoende bewijs is geleverd.

Met de reeks brandstichtingen veroorzaakte de verdachte grote onrust in met name Asten en Deurne. Bovendien leden sommige slachtoffers grote materiële schade en ontstonden er (levens)gevaarlijke situaties. De rechtbank neemt het de man kwalijk dat hij zich hier niets van heeft aangetrokken. Bij het bepalen van de straf weegt mee dat hij in ook in 1997 en 2001 werd veroordeeld voor brandstichting. In 2001 kreeg hij daarvoor naast een celstraf ook tbs opgelegd.

De verdachte werd na zijn aanhouding voor de nieuwe reeks brandstichtingen onderzocht door een psychiater en een psycholoog. Zij stellen dat er sprake is van een persoonlijkheidsstoornis. Op advies van de deskundigen beschouwt de rechtbank de verdachte daarom als verminderd toerekeningsvatbaar voor zijn daden. Om de kans op herhaling te beperken, legt de rechtbank tbs met dwangverpleging op waarbij de rechtbank verwacht dat een lange behandelduur noodzakelijk is. De verdachte moet ook de gevorderde schadevergoedingen betalen van in totaal 7189,71 euro.