Volgens de rechtbank ging de verdachte planmatig te werk. Zo verschafte hij zich toegang tot de tweede verdieping van het complex, zette hij een capuchon op die zijn gezicht bedekte, nam hij een hard voorwerp mee en droeg hij handschoenen. Het betrof geen willekeurig slachtoffer, maar iemand met wie de ex-vriendin van de verdachte al enige tijd een conflict had. Hij heeft het slachtoffer met voorbedachte raad zwaar mishandeld. Voor de poging tot moord of doodslag die de officier van justitie ten laste legde ziet de rechtbank geen bewijs. Zo blijft op basis van het dossier onduidelijk met wat voor voorwerp precies is geslagen en hoe groot en zwaar dit voorwerp was.