Bij het bepalen van de straf houdt de rechtbank er rekening mee dat het meisje aan de zorg en waakzaamheid van haar oom was toevertrouwd. Dit vertrouwen heeft hij ernstig geschaad. Het meisje ondervindt nog steeds veel last van de herinnering aan het voorval. De verdachte neemt ook nauwelijks verantwoordelijkheid voor zijn gedrag. Hij stelt zich door alcoholgebruik en stress niet te herinneren wat er die bewuste avond is voorgevallen. De rechtbank zet haar vraagtekens bij dit gestelde geheugenverlies. De man verklaarde namelijk dat hij wel nog wist dat hij zijn nichtje en neefje 's nachts de woning heeft uitgelaten door de buitendeur open te maken.
Verder weegt mee dat de reclassering de kans op herhaling inschat als laag. Bovendien erkent de verdachte hulp nodig te hebben voor zijn psychische en sociale problemen en toont hij zich bereid mee te werken aan een ambulante behandeling daartoe. Ook mocht hij als gevolg van deze strafzaak enige tijd niet met zijn kinderen omgaan. Inmiddels is bijna 2 jaar verstreken en heeft de verdachte, voor zover bekend, geen nieuwe misstap gemaakt.
Al met al vindt de rechtbank een celstraf van 10 weken, waarvan 8 weken voorwaardelijk, en een taakstraf van 100 uur op z'n plaats. Aan het voorwaardelijke strafdeel koppelt de rechtbank een aantal bijzondere voorwaarden om herhaling te voorkomen. Zo krijgt de verdachte een meldplicht bij de reclassering en moet hij meewerken aan een ambulante behandeling bij een forensische polikliniek.