De verdachte belde aan bij het echtpaar, gaf een valse naam op, vertelde dat het dak en de schoorsteen van het huis kapot waren en dat deze voor 3.000 euro gerepareerd konden worden. Op datzelfde moment stonden al een paar medeverdachten op het dak met stenen uit de schoorsteen in hun hand. Nog voordat de man des huizes akkoord was met de offerte, voerden de medeverdachten al zogenaamd “werkzaamheden” uit aan het dak en de schoorsteen. De afgesproken prijs werd door de verdachte na een half uur verhoogd naar 5.000 euro. Volgens hem waren er namelijk extra werkzaamheden noodzakelijk. De man maakte daarop via een spoedopdracht bij de bank 5.000 euro over naar de verdachte. Achteraf bleek dat er in eerste instantie helemaal niets mis was met het dak en de schoorsteen, maar dat de verdachte en zijn medeverdachten deze juist beschadigd hadden.