De 60-jarige verdachte ging in juni 2016 met zijn 78-jarige oom naar de woning van zijn neef in Sint-Oedenrode. Eenmaal binnen probeerde hij zijn neef te dwingen om 20.000 euro te betalen. Volgens de verdachte was zijn neef dit aan zijn oom verschuldigd. De verdachte pakte zijn neef meerdere keren bij zijn keel, bedreigde hem met een mes en heeft hem geslagen, geschopt, vastgebonden, door de woning gesleept, een spons in zijn mond geduwd, hem in een tapijt gerold, een kussensloop over zijn hoofd getrokken en gedreigd hem te laten stikken of te verbranden. De 78-jarige man gaf hem schoenveters aan om het slachtoffer vast te binden en hield de kamerdeur open voor de medeverdachte waarna deze het slachtoffer naar de woonkamer sleepte. Bij het verlaten van de woning nam de man uit Curaçao auto- en huissleutels van zijn neef mee.

Volgens de officier van justitie werkten de verdachten nauw en bewust samen. De rechtbank oordeelt dat hiervoor onvoldoende bewijs is. Er is niet gebleken dat de oudste verdachte van te voren zou hebben geweten dat de ander geweld zou gebruiken om zijn neef af te persen en hij had een veel meer beperkte rol in de poging tot afpersing. De rechtbank spreekt de mannen daarom vrij van het strafverzwarende medeplegen. De oudste man is gezien zijn beperkte rol wel medeplichtig aan de poging tot afpersing. Volgens de rechtbank is er verder onvoldoende bewijs dat de 60-jarige man geweld gebruikte om de auto- en huissleutels te kunnen stelen. Het geweld dat de man pleegde maakte namelijk onderdeel uit van de poging om zijn neef 20.000 euro te laten betalen.

De jongste verdachte stelde zijn neef bijna een uur lang bloot aan een explosie van zeer agressief en bedreigend gedrag. De rechtbank rekent het hem aan dat hij op nietsontziende wijze te werk ging. Het slachtoffer was bekend met eerdere veroordelingen voor levensdelicten van deze verdachte, waardoor het slachtoffer zeer bang was dat de man zijn bedreigingen daadwerkelijk zou uitvoeren. Deze eerdere veroordelingen weegt de rechtbank ook mee bij het bepalen van de hoogte van de straf. Ook neemt de rechtbank het de man kwalijk dat hij zijn oom bij het geweldincident heeft betrokken. De rechtbank rekent de oudste verdachte aan dat hij niets heeft ondernomen om de bedreigingen en het geweld te laten stoppen. In strafmatigende zin weegt in zijn geval mee dat hij op leeftijd is en niet eerder is veroordeeld. De verdachten moeten het slachtoffer een immateriële schadevergoeding betalen van 3.000 euro en de jongste verdachte daarnaast een materiële schadevergoeding van 969 euro.