In augustus 2019 leende de verdachte de waterscooter van zijn neef om een stukje op de Maas bij Ravenstein te varen. De neef wachtte samen met onder meer zijn vriendin in een kleine inham op de terugkomst van de verdachte. Toen de verdachte bij de inham kwam, wilde hij vlakbij zijn neef en diens vriendin een bochtje maken met de waterscooter om hen nat te maken. Dit mislukte, waardoor de verdachte met het vaartuig tegen de vriendin botste en over haar heen ging. Het slachtoffer overleed diezelfde dag aan haar verwondingen.

Volgens de rechtbank is er sprake van dood door schuld. De verdachte ging met een te hoge snelheid de inham in en kwam bewust recht op het slachtoffer af zonder te ‘mispeilen’. Dit houdt in dat je nooit recht op een object of persoon moet afvaren, maar altijd iets ernaast moet peilen om ongevallen te voorkomen. Bovendien probeerde de verdachte een manoeuvre te maken waarvoor hij de vereiste kennis en ervaring niet had. Hij had immers al 5 à 6 jaar niet op een waterscooter gevaren en had geen klein vaarbewijs, dat nodig is voor het besturen van zo’n vaartuig. De verdachte liet het gas los en draaide vervolgens aan het stuur, maar realiseerde zich te laat dat een waterscooter dan gewoon rechtdoor gaat. Hierdoor botste het vaartuig op de vriendin, die tot haar middel in het water stond. Al met al handelde de verdachte volgens de rechtbank zeer onvoorzichtig en onachtzaam. Het is dan ook aan hem te wijten dat het slachtoffer kwam te overlijden.

Bij het bepalen van de straf houdt de rechtbank er rekening mee dat de verdachte, met dit afschuwelijke ongeval, groot en onherstelbaar leed veroorzaakte bij de nabestaanden. Zij missen hun dochter, zus en partner en worden dagelijks geconfronteerd met de gevolgen van haar overlijden. De partner van het slachtoffer zag de aanvaring bovendien voor zijn ogen gebeuren. Hij verleende eerste hulp, maar dit mocht niet baten. Dit moet verschrikkelijk voor hem zijn geweest. Verder weegt mee dat de verdachte eerder is veroordeeld voor een verkeersdelict op de weg; hij bracht destijds aan een ander letsel toe. Ondanks een celstraf en een rijontzegging die hij toen kreeg, was de verdachte met de waterscooter opnieuw onvoorzichtig. Ook heeft hij niet laten zien dat hij verantwoording neemt voor het ongeval: hij was niet aanwezig bij de zitting. Al met al vindt de rechtbank een celstraf van 9 maanden, waarvan 3 maanden voorwaardelijk, op zijn plaats. Daarnaast moet hij de nabestaanden schadevergoedingen betalen van in totaal ruim 61.000 euro.