Verder had de verdachte bij het ongeval 5,2 microgram THC (cannabis) per liter in zijn bloed. De grenswaarde is 3,0 microgram. De verdachte verklaarde dat hij de dag van het ongeval niet had geblowd, maar wél de avond ervoor. De rechtbank vindt dit onaannemelijk. Uit het NFI-rapport blijkt namelijk dat het te hoge gehalte waarschijnlijk niet kan worden verklaard door het roken van 1 of 2 joints de avond voor het ongeval.
De verdachte gaf aan dat het drugsgebruik geen invloed had op zijn rijgedrag. Of het aangetoonde THC-gehalte de rijvaardigheid van de verdachte negatief heeft beïnvloed, kan volgens het NFI niet worden geconcludeerd, maar er kan ook niet worden uitgesloten dat het drugsgebruik geen invloed had. Daarbij komt dat een politieagent na het ongeval een lichte hennepgeur bij de verdachte rook. Verder zag de agent een niet ontbrande, maar wel deels opgerookte joint en spullen om joints te maken in de auto liggen.