De man handelde van mei tot en met september vorig jaar in harddrugs. Toen hij op 19 september werd aangehouden had hij een ploertendoder, stroomstootwapen en 4,55 gram amfetamine in bezit.
De rechtbank spreekt de man vrij van het bezit van pepperspray. Verder werd de verdachte verweten dat hij in april 2015 verboden professioneel vuurwerk voorhanden had. De rechtbank kan echter niet met voldoende zekerheid vaststellen dat hij dit vuurwerk aanwezig had. Het kan ook zijn dat de man van niets wist en anderen het vuurwerk in zijn auto hebben gelegd.

De rechtbank heeft er bij het bepalen van de straf rekening mee gehouden dat verdovende middelen schade toebrengen aan de gezondheid van de gebruikers. Bovendien bekostigen zij hun drugsgebruik vaak door diefstal of ander crimineel gedrag, waardoor schade en overlast wordt toegebracht aan anderen. Ook is het bezit van verboden wapen onwenselijk gelet op de gevaren hiervan. Verder weegt de rechtbank in het nadeel van de man mee dat hij in 2013 en 2015 is veroordeeld voor overtredingen van de Opiumwet en het bezit van verboden wapens.
De rechtbank houdt er ook rekening mee dat de drugshandel kan worden gekwalificeerd als relatief kleinschalig.
De rechtbank legt een aanmerkelijk deel van de celstraf voorwaardelijk op met een proeftijd van 3 jaar om de verdachte ervan te weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen. Aan deze voorwaardelijke straf koppelt de rechtbank een aantal bijzondere voorwaarden. Zo moet de man zich verplicht laten behandelen voor zijn drugsproblematiek.
De man moet ook nog een eerder voorwaardelijk opgelegde celstraf van 158 dagen uitzitten.