De verdachte woonde samen met zijn toenmalige vriendin in Loosbroek. Tijdens de kerstdagen in december 2020 ging de partner boodschappen doen en bleef de man alleen bij het 2-jarige dochtertje dat lag te slapen.

Toen de vrouw terugkwam van de supermarkt, viel het haar op dat de peuter bleef huilen. Na een bezoek aan de huisartsenpost, werd het meisje doorverwezen naar het ziekenhuis. Daar bleek dat zij 2 gebroken dijbenen en een gebroken scheenbeen had opgelopen.

Volgens de rechtbank staat in ieder geval vast dat het meisje het ernstige en zeer ongebruikelijke letsel heeft opgelopen toen zij alleen met de man in huis was. Voordat de moeder naar de supermarkt vertrok, kon ze immers nog lopen en staan. Bij thuiskomst bleef het meisje huilen en zakte zij in elkaar toen haar moeder haar op de grond probeerde te zetten.

Volgens de deskundigen moet het letsel zijn ontstaan door een forse krachtsinwerking. De verdachte ontkent dat hij haar letsel heeft toegebracht en zegt in het duister te tasten over wat er is gebeurd. Er is geen ongevalsscenario dat past bij het letsel. En de uitlatingen van de man zijn volgens de rechtbank zeer wisselend. Hij heeft zijn verklaringen steeds gewijzigd en aangepast. Dat duidt er volgens de rechtbank op dat hij redenen heeft om iets te verzwijgen.

De verdachte heeft zich volgens de rechtbank schuldig gemaakt aan zware mishandeling. Het kindje was weerloos en aan zijn zorg toevertrouwd. Hij is ernstig tekortgeschoten in het vertrouwen dat de moeder van het meisje in hem had gelegd. Omdat de man tot op heden geen duidelijke verklaring heeft afgelegd, blijven de ouders van het kindje en het kind zelf later ook met vragen zitten.

De rechtbank legt een zwaardere straf op dan de officier van justitie heeft geëist en betrekt daarbij dat de man in 2021 al eens is veroordeeld tot een langdurige gevangenisstraf vanwege misdrijven tegen een kind van een andere partner (hij is daartegen in hoger beroep gegaan). De rechtbank maakt zich ernstige zorgen over de verdachte in relatie tot minderjarigen.

De rechtbank legt daarom een gevangenisstraf op van 28 maanden waarvan 8 maanden voorwaardelijk. Ook moet de man zich laten behandelen bij een psychiatrisch centrum. Daarnaast moet hij het dochtertje een schadevergoeding betalen.