De man was eigenaar van een pandjeshuis in Eindhoven waar ook zijn dochter werkte. Het pandjeshuis had meerdere goederen in bezit waarvan zij had moeten vermoeden dat die uit het illegale circuit afkomstig waren. De rechtbank veroordeelt de man voor het leidinggeven aan schuldheling. Daarnaast worden vader en dochter verantwoordelijk gehouden voor het niet goed bijhouden van de administratie.

Samen met zijn vrouw en dochter pleegde de man valsheid in geschrifte bij de aankoop van hun woning in Mierlo. Ze overlegden stukken waaruit zou blijken dat ook de vrouw van de eigenaar werkzaam was voor het pandjesbedrijf en daaruit salaris ontving. Op basis van die stukken heeft het gezin een hypothecaire lening verkregen. 

De vrouw krijgt voor haar (kleinere) aandeel een taakstraf van 135 uur en 3 maanden voorwaardelijke celstraf. De dochter is veroordeeld tot 2 maanden hechtenis, een taakstraf van 216 uur en een jaar gevangenisstraf voorwaardelijk. Ook zij mag 5 jaar lang niet in een pandjeshuis werken.

Het pandjesbedrijf zelf wordt veroordeeld voor het meermalen plegen van schuldheling, het niet voeren van een juiste administratie, het zonder vergunning aanbieden van kredieten en het medeplegen van witwassen. Hiervoor krijgt het bedrijf een geldboete van in totaal 36.800 euro.

Bij het bepalen van de straffen heeft de rechtbank onder meer gekeken naar de persoonlijke omstandigheden van de verdachten. Omdat de dochter psychische problemen heeft en een alleenstaande moeder met 3 jonge kinderen is, legt de rechtbank haar een voorwaardelijke celstraf op en daarnaast een forse taakstraf. Er is ook rekening mee gehouden dat het lang heeft geduurd voordat de zaken aan de rechter zijn voorgelegd.