De 2 hoofdverdachten hadden van januari tot en met april 2014 in een loods in Eindhoven onder meer zeer grote hoeveelheden chemicaliën in bezit voor het maken van synthetische drugs, zoals amfetamine en MDMA. Bij hun aanhouding vond de politie bovendien 222 kilo MDMA-tabletten, 58 kilo MDMA-kristallen en 71 kilo amfetamine. Ook lagen er 2 geweren, patroonmagazijnen en een geladen granaatraketwerper in de loods. De 46-jarige man was eigenaar van de loods en wordt veroordeeld voor het aanwezig hebben van de harddrugs en het voorhanden hebben van de chemicaliën. Voor het aanwezig hebben van de wapens wordt deze verdachte vrijgesproken. De politie berekende dat de aangetroffen harddrugs een straatwaarde hebben van 4 miljoen euro en dat met de aangetroffen chemicaliën drugs kan worden gemaakt met een waarde van 144 miljoen euro.
De rechtbank sluit zich bij het bepalen van de straf aan bij de woorden van de officier van justitie, die spreekt van een “ontstellende hoeveelheid verdovende middelen en chemicaliën”. Ook is deze vorm van criminaliteit “maatschappijverziekend” vanwege verschillende neveneffecten en gevolgen. Volgens de rechtbank zijn forse celstraffen op z’n plaats, niet alleen uit het oogpunt van vergelding, maar ook om anderen ervan te weerhouden dit soort misdrijven te plegen.