Volgens de rechter is het gedrag van de verdachte volstrekt onacceptabel en asociaal. Dat de verdachte gefrustreerd raakte omdat hij de test niet kreeg waar hij om vroeg en dat hij het gevoel had van het kastje naar de muur gestuurd te worden, maakt dat niet anders. Bij het bepalen van de straf houdt de rechter rekening met een aantal zaken, waaronder de inschatting van de gevolgen van het incident voor het slachtoffer en het feit dat het slachtoffer in een ziekenhuis werkt: een publieke instelling waar de zorg voor mensen centraal staat. Verder rekent de rechter de verdachte aan dat hij met zijn gedrag misbruik maakte van de angst en onzekerheidsgevoelens die bij mensen bestaan vanwege de coronacrisis. Ook heeft hij getroffen coronamaatregelen gefrustreerd. In deze coronacrisis past bij een dergelijke bedreiging daarom in beginsel alleen een onvoorwaardelijke celstraf.
Op 31 maart was er sprake van een incident in een supermarkt in Eindhoven. Een 34-jarige man dreigde daar “iedereen corona te geven” en spuugde vervolgens tweemaal in de richting van een medewerker van de supermarkt waarbij het spuug op het vest en het bovenbeen van een medewerker terechtkwam.