De vrouw werd in oktober 2018 in haar woning in Eindhoven overvallen. De overvallers dreigden geweld te gebruiken, zoals het afsnijden van haar vingers, en vroegen naar geld. Ze gingen er met 12.000 euro vandoor.
De 24-jarige verdachte erkende dat hij samen met 3 anderen, onder wie de 22-jarige verdachte, vanuit Helmond naar Eindhoven was gereden. De jongste verdachte stapte daar samen met een onbekend gebleven persoon uit de auto en liep naar de woning van de vrouw. Na de overval renden ze terug naar de auto en reed de 24-jarige ze weer naar Helmond. Volgens de 24-jarige verdachte wist hij niet dat de anderen een overval hadden gepleegd. De rechtbank vindt dit ongeloofwaardig en gaat voorbij aan het door hem geschetste alternatieve scenario.
Daags voor de overval was een slotenmaker met nog een man bij de vrouw geweest omdat zij zichzelf had buitengesloten. De vrouw moest daarvoor een buitensporig hoog bedrag betalen. Zij betaalde de slotenmaker toen met contant geld uit een witte envelop die in haar woning lag. Volgens haar wist niemand van dit geld, zelfs haar kinderen niet. De overvallers vroegen een dag later de vrouw nadrukkelijk om ‘een witte envelop’ met geld. De 22-jarige verdachte kende de slotenmaker en diens kompaan. Hij is de avond van de overval met de overvallers naar de woning van het slachtoffer gereden. Opvallend was dat hij in de ochtend ook al in de buurt van de woning in Eindhoven was.