Bij het bepalen van de straffen van de 23-jarige en 25-jarige
verdachte heeft de
rechtbank er onder meer rekening mee gehouden dat de mannen niet geschroomd
hebben om op laffe en uiterst gevaarlijke wijze tegen het hoofd van de agent te
schoppen, terwijl deze op dat moment op de grond lag en geen kant op kon. Het
staat vast dat hij angstige momenten moest doorstaan. Daarnaast is de 23-jarige
man eerder veroordeeld voor een geweldsdelict tegen een ambtenaar in functie.
Kennelijk heeft deze veroordeling hem er niet van weerhouden geweld te plegen
tegen een agent. In het voordeel van de 24-jarige en 25-jarige
verdachte weegt
mee dat zij niet eerder veroordeeld zijn.
Normaal gesproken neemt de rechtbank voor het medeplegen van een poging tot
doodslag als uitgangspunt een gevangenisstraf van 24 maanden en voor een poging
tot zware mishandeling drie tot zes maanden. Door het trage procesverloop zijn
deze straffen in deze zaak volgens de rechtbank niet passend. Zo is de zaak na
de verhoren bij de rechter-commissaris in september 2013 ruim anderhalf jaar
lang op de plank blijven liggen tot de zaak door het Openbaar Ministerie op
zitting is gepland. Deze lange periode van inactiviteit is onverklaarbaar. De
rechtbank houdt rekening met deze trage procesgang bij het opleggen van de
straf.
De rechtbank veroordeelt de drie mannen ook tot het betalen van een
schadevergoeding van ruim 3000 euro aan de agent.