De slachtoffers wezen direct – onafhankelijk van elkaar – de verdachten aan als hun belagers. Die verklaringen worden ondersteund door onder meer DNA-matches, een geluidsfragment van een beveiligingscamera, aangetroffen hulzen en patronen en de locatie daarvan, de in-schotbeschadigingen in de auto van de slachtoffers en de daarbij behorende vermoedelijke schotbaan, de schotwond van één van de slachtoffers en de aangetroffen wapens en munitie op de plaats delict.