In augustus 2013 werd een vrouw ’s ochtends in haar slaapkamer verrast door een man met bivakmuts. De dader verliet direct daarop de woning. Getuigen zagen drie mannen over de schutting uit de tuin klimmen en via de brandgang vluchten. De politie hield kort daarop de 32-jarige man aan in een nabij gelegen park. Zijn oom was bij hem, maar die wist te ontkomen. De man werd niet veel later verstopt achter een struik gevonden. De derde man werd op een andere plaats in Oss aangehouden, zijn auto was wel nabij de woning van de inbraak gezien. Volgens de bewoonster is er niets uit de woning weggehaald.
 
De officier van justitie vroeg twee weken geleden vrijspraak voor alle verdachten. Hoewel er sterke aanwijzingen waren van hun betrokken, vond het Openbaar Ministerie dat er onvoldoende bewijs was.
De rechtbank stelt op basis van de getuigenverklaringen vast dat minstens één man in de woning moet zijn geweest en dat die dader samen met in ieder geval twee anderen handelde. De rechtbank acht bewezen dat de verdachten twee van de drie daders waren. Hoewel er sterke aanwijzingen zijn dat de 23-jarige man de derde dader is, heeft de rechtbank onvoldoende bewijs hem te veroordelen en wordt hij dus vrijgesproken.
 
Bij het bepalen van de straf houdt de rechtbank er rekening mee dat het slachtoffer in haar slaapkamer werd geconfronteerd met een vreemde persoon die zijn gezicht had bedekt met een bivakmuts. De woning en in het bijzonder de slaapkamer, is bij uitstek de plaats waar iemand zich veilig moet kunnen voelen. Een inbraak zorgt voor een angstig en onveilig gevoel bij de slachtoffers. De mannen trokken zich hier niets van aan en lieten zich alleen leiden door financiële motieven. Bovendien werden zij eerder voor vermogensdelicten veroordeeld.