De politie vond tijdens een onderzoek in januari van dit jaar in de woning onder meer ruim een kilo hasjiesj, 104 gram crystal methamfetamine en 1,7 gram cocaïne. De burgemeester besloot op grond van de Opiumwet de woning voor drie maanden te sluiten. Die periode gaat maandag 16 maart a.s. in. De bewoners zijn het niet eens met de sluiting en stapten naar de rechter met het verzoek om een voorlopige voorziening te treffen.

Volgens de man en de vrouw was er geen sprake van handel in verboden middelen. Daarnaast vinden zij dat hen niet de toegang tot de nagelstudio mag worden ontzegd. Dit is volgens de bewoners een afgesloten en zelfstandige ruimte waarin bovendien geen drugs zijn gevonden. Ook vinden zij dat de burgemeester niet direct tot de sluiting had mogen overgaan, maar had kunnen volstaan met een officiële waarschuwing.

De voorzieningenrechter oordeelt dat de burgemeester zich op basis van de aangetroffen hoeveelheden soft- en harddrugs op het standpunt mocht stellen dat er sprake is van een handelshoeveelheid drugs. Omdat een grote samenhang bestaat tussen de woning waarin de drugs werden aangetroffen en de nagelstudio, was de burgemeester bevoegd om ook de nagelstudio te sluiten. Tot slot, zo oordeelt de voorzieningenrechter, heeft de burgemeester gelet op de grote hoeveelheden aangetroffen drugs geen aanleiding hoeven zien om af te wijken van de in het beleid vastgestelde sluitingstermijn van drie maanden.