De rechtbank weegt verder mee dat de verdachte eerder is veroordeeld voor een verkrachting. Hij kreeg destijds jeugddetentie en een zogeheten PIJ-maatregel (Plaatsing in een Inrichting voor Jeugdigen). Deze forse veroordeling en de daaropvolgende begeleiding en behandeling hadden kennelijk onvoldoende effect op de verdachte en zijn gedrag. De rechtbank vindt daarom dat de verdachte een langdurige celstraf verdient en dat hij opnieuw behandeld moet worden. Bij de duur van die straf kijkt de rechtbank naar de landelijke oriëntatiepunten voor dergelijke vergrijpen én houdt de rechtbank er rekening mee dat de verdachte verminderd toerekeningsvatbaar is. Volgens een psycholoog en een psychiater is namelijk sprake van een antisociale- en narcistische persoonlijkheidsstoornis. Als de verdachte niet wordt behandeld voor die problematiek, is er een grote kans op herhaling. Om de maatschappij te beschermen, vindt de rechtbank het daarom noodzakelijk een langdurige klinische behandeling op te leggen in de vorm van tbs met dwangverpleging.
De rechtbank bepaalt tot slot dat de verdachte 8 slachtoffers die om een schadevergoeding verzochten, in totaal ruim 49.000 euro moet betalen.