De verdachte stapte in oktober 2020 op twee 10-jarige jongens af die in een park Pokémon GO aan het spelen waren. Hij liet hen zijn verzameling Pokémons zien en lokte ze vervolgens met een smoes over een boomhut naar een afgelegen plek in het park. Daar vroeg de verdachte aan één van de jongens of hij zijn piemel wilde laten zien en betastte hem hierbij in zijn kruis. De andere jongen probeerde hij ongevraagd te knuffelen en vroeg hij of hij iets mocht doen. Toen de jongen aangaf dat hij dit niet wilde en weg wilde lopen, hield de verdachte hem tegen. De jongen wist uiteindelijk toch te ontkomen en werd opgevangen door een wandelaar.
Verder maakte de verdachte zich gedurende een periode van 22 maanden schuldig aan het verzamelen van kinderporno. Op zijn PC en een mobiele telefoon trof de politie 243 foto's en 109 video's aan.

Bij het bepalen van de straf houdt de rechtbank er rekening mee dat de verdachte de jonge jongens angst heeft aangejaagd. Hij stond hier kennelijk niet bij stil en stelde zijn eigen behoeftebevrediging voorop. Een spel als Pokémon GO is populair bij de jeugd, die daardoor wordt uitgedaagd in de fysieke wereld op zoek te gaan naar virtuele objecten. Dit spel gebruiken om met jonge kinderen in contact te komen, hun vertrouwen te winnen en/of te lokken voor seksuele doeleinden levert onrust op bij spelers en ook hun ouders. Kinderen moeten het spel in alle onbevangenheid kunnen spelen. Daarnaast werkte de verdachte door het verzamelen van kinderporno mee aan de instandhouding van misbruik van kinderen. De rechtbank rekent hem dit zwaar aan.

Bij de strafmaat weegt echter ook mee dat bij de verdachte volgens een psychologisch rapport sprake is van complexe problematiek, waaronder een autismespectrumstoornis en een persoonlijkheidsstoornis. De rechtbank beschouwt hem daarom als enigszins verminderd toerekeningsvatbaar. Gelet op deze persoonlijke omstandigheden legt de rechtbank een grotendeels voorwaardelijke celstraf op om te voorkomen dat de verdachte opnieuw in de fout gaat. Aan die voorwaardelijke straf koppelt de rechtbank een aantal bijzondere voorwaarden. Zo moet de verdachte zich klinisch laten behandelen en mag hij geen contact hebben met minderjarigen.

De rechtbank legt een proeftijd op van 5 jaar. Daarbij wijst de rechtbank op duidelijke aanwijzingen in het dossier van een zorgelijk gedragspatroon op het gebied van zeden. De reclassering en een psycholoog schatten de kans op herhaling ook als groot in. Door deze lange proeftijd kan lange tijd toezicht op de verdachte worden gehouden, waarbij de samenleving ook duurzaam wordt beschermd.